Titel: Puzzelen met piramides
Onderwerp(en): Waarom, voor wie, door wie en hoe werden piramiden gebouwd
Schooltype: basisonderwijs
Groep 6
Vakgebied(en): Geschiedenis en techniek
Uitvoering: tweetallen
De tijd die de webkwestie kost: 2 à 3 lesuren
Deze webkwestie is ontworpen door Gijs Kollenaar, Saskia Koolschijn, Leon Melissant en Ellen van Zandvoort.
Deze webkwestie gaat over ‘Piramides in het Oude Egypte'. De leerlingen gaan in de rol van archeoloog op onderzoek uit naar verschillende aspecten binnen dit onderwerp. Zo wordt onder andere behandeld wat piramides zijn, waarom ze , voor wie en door wie ze gebouwd zijn. Daarnaast wordt door middel van proefjes uitgezocht waarvan en hoe ze gebouwd werden.
De leerlingen moeten een aantal archeologische taken (de handelingen) vervullen waarbij de antwoorden in een logboek worden opgeschreven . In de eindopdracht maken de leerlingen een poster, waarin ze in eigen woorden omschrijven wat ze te weten gekomen zijn. Bovendien maken ze een eigen stevige piramide.
Uiteindelijk wordt er door de leerlingen in de school een archeologen- of piramidetentoonstelling ingericht. Het logboek, de poster en de piramides kunnen centraal staan in de tentoonstelling. Bovendien kan de tentoonstelling aangevuld worden met alles wat er buiten de webkwestie om gemaakt, verzameld en uitgezocht wordt.
Klik hier om het logboek voor de leerlingen te bekijken of uit te printen.
Klik hier om het nakijkblad te bekijken of uit te printen.
Klik hier om de extra mummieopdracht te bekijken of uit te printen. Meer over deze opdracht staat onder het kopje 'opzet van de webkwestie'.
Klik hier om het antwoordenblad van de extra mummieopdracht te bekijken of te printen.
Om het verleden dichterbij het heden te brengen, wordt er op verschillende manieren een link gelegd tussen deze twee aspecten. Allereerst wordt er gewerkt vanuit de archeologie: vanuit het heden wordt onderzoek gedaan naar het verleden. Ten tweede worden de technische uitvindingen van de Egyptenaren, zoals het hefboomprincipe en het rol-wrijf principe, gekoppeld aan moderne hedendaagse uitvindingen.
De volgende technische aspecten komen aan bod:
Waarvan werden piramides gebouwd;
Hoe werden ze gebouwd.
De ordening binnen techniek wordt meestal gebaseerd op de vier bekende deelsystemen: constructie-, transport-, communicatie- en productiesystemen. Bij de technische opdrachten in de webkwestie staan de eerste twee systemen centraal. Er moeten materialen vervoerd worden zonder machines, daar moeten dus constructies voor worden bedacht.
Er zijn twee domeinen te formuleren voor techniek.
Het zelf maken van techniek, waarbij het gaat om het techniekproces. Dit wil zeggen dat een leerling via zelf ontwerpen en maken, inzicht krijgt in de stappen die noodzakelijk zijn om eenvoudige technische problemen op te lossen.
Het onderzoeken van techniek, waarbij het onder andere gaat om inzicht krijgen in producten die hij/zij in het dagelijkse leven tegenkomt door te onderzoeken hoe ze gemaakt werden en wat de werking ervan is.
Bij de techniekopdrachten gaat het om een combinatie van beide domeinen. De leerlingen zullen proefondervindelijk kennismaken met enkele technische aspecten. Ze gaan aspecten, zoals het hefboomprincipe onderzoeken. Dit onderzoeken zal echter voor een deel plaatsvinden door het zelf bedenken, maken en uitvoeren van constructies. Aan de hand van dit onderzoeken en ontwerpen, moeten de leerlingen conclusies trekken.
De webkwestie kan op verschillende manieren geïntegreerd worden in het onderwijs.
Allereerst is de webkwestie te gebruiken naast de geschiedenismethode. Niet alle methodes behandelen het Oude Egypte en kan als aanvulling hierop toegepast worden . Als het onderwerp wel behandeld wordt, kan de webkwestie tijdens de lessen gebruikt worden of als herhaling van de stof dienen. De webkwestie is te maken in een dagdeel of verspreid over een gehele dag , waarna een piramide- of een archeologententoonstelling ingericht kan worden.
Daarnaast is het mogelijk om een projectweek te organiseren aan de hand van de webkwestie. De hele week staan dan Piramides in Egypte centraal. Elke dag kan gewerkt worden aan een archeologische taak. De laatste dag kunnen dan de piramides en de poster gemaakt worden, waarna de tentoonstelling ingericht kan worden. Bovendien kan deze week aangevuld worden met verschillende activiteiten en onderwerpen die betrekking hebben op het Oude Egypte.
Het is ook mogelijk om de leerlingen een aantal weken achtereen te laten werken als archeologen. Op deze manier kunnen dan verschillende geschiedenisperiodes op dezelfde manier aan bod komen.
De webkwestie is opgezet aan de hand van zes punten. Daarbij is het de bedoeling dat de leerlingen aan de hand van vooraf geselecteerde websites vragen over Piramides beantwoorden in hun archeologisch logboek. De leerlingen maken daarna een poster waarbij ze de gevonden informatie uit in eigen woorden verwerken. Ook maken ze een eigen piramide van rietjes en plakband of van kosteloos materiaal. Tot slot wordt de tentoonstelling ingericht.
In de inleiding wordt het onderwerp geïntroduceerd en wordt verteld wat er in de webkwestie gedaan wordt.
Hierin staat algemeen beschreven wat de leerlingen uiteindelijk gaan doen: archeologische taken en het inrichten van een archeologententoonstelling.
Alle archeologische taken staan hier op een rij. Allereerst printen de leerlingen het logboek uit. Eventueel kunt u dat van tevoren voor de leerlingen doen. De leerlingen kunnen in het handelingenoverzicht doorklikken naar de specifieke opdracht. Na het maken van de opdracht kan terug geklikt worden naar het overzicht en kan de volgende opdracht gekozen worden.
Er zijn vier deelopdrachten, een eindopdracht en een extra opdracht. Per opdracht staat aangegeven hoe lang de leerlingen ermee bezig mogen zijn. In de vier deelopdrachten wordt behandeld wat piramides zijn, voor wie, door wie, waarvan en hoe ze gebouwd werden. De eindopdracht bestaat uit twee delen. In het eerste deel maken de leerlingen de poster voor de tentoonstelling en in het tweede deel bouwen de leerlingen de piramide.
Als leerlingen tijd over hebben, kunnen ze de extra opdracht over mummies maken. Het is namelijk gebleken dat veel leerlingen dit een erg interessant onderwerp vinden. Ook kan het dienen als een vervangende opdracht, als het bijvoorbeeld te lastig is om bij opdracht 3 de goede stenen te bemachtigen.
Deze extra mummieopdracht is bovenaan deze pagina te openen.
In de bronnen die vermeld staan bij de opdrachten, kunnen de leerlingen de antwoorden op de vragen vinden. Er zijn meerdere websites geselecteerd. Bovendien is er een algemeen kopje met bronnen te vinden, waar alle gebruikte bronnen nog eens op een rijtje staan.
De beoordeling gebeurt op twee momenten. Allereerst door de leerlingen. Aan de hand van de tabel kunnen de leerlingen zelf bepalen hoeveel punten ze hebben. Hierbij hebben ze waarschijnlijk nog wel een beetje begeleiding nodig. Vervolgens leveren de leerlingen het product bij hun leerkracht in. U kunt dan aan de hand van het beoordelingsschema bepalen wat de score van de leerling is.
Als laatste wordt de leerlingen kort verteld wat ze gedaan en geleerd hebben. Verder staan hier nog enkele boekentips vermeld. Het zijn informatieve en verhalende boeken over Het Oude Egypte.
De opbouw in de manier van werken en kennis verwerven bij de opdrachten begint concreet en eenvoudig en wordt gaandeweg in de opdrachten wat abstracter en complexer.
De leerlingen kunnen met behulp van de internetbronnen en een puzzel beantwoorden wat piramides zijn (functie) en waar, wanneer, voor wie, door wie ze gebouwd werden.
De leerlingen kunnen verschillende soorten piramides onderscheiden door verschillen te beschrijven en enkele soorten te tekenen. Dit doen ze met behulp van een ‘foto' en verschillende internetbronnen.
De leerlingen kunnen verschillen tussen drie steensoorten opschrijven door te voelen en te kijken met een loep. Ze kunnen met een ‘krasproef' bepalen en opschrijven welke steen het hardst is. Tot slot kunnen ze met de proefjes de conclusie trekken dat piramides van graniet gebouwd waren. Het gaat hierbij om het leggen van verbanden.
De leerlingen kunnen met behulp van gegeven materialen zelf bedenken en onderzoeken op welke manier je een piramide kunt bouwen met zware stenen, terwijl je geen beschikking hebt over wielen of hijskranen.
De leerlingen kunnen aan de hand van de opdrachten in het logboek, de bronnen van Internet en een stappenplan, in een poster het ‘wie, wat, waar, wanneer, waarvan en hoe' over piramides in eigen woorden opschrijven. Hierbij kunnen ze functionele plaatjes toevoegen. Bovendien kunnen ze een stevige piramide bouwen van rietjes en plakband of kosteloos materiaal.
Samenwerken, overleggen, afspraken maken;
Goede informatiebronnen hanteren;
Ook moeten de leerlingen beschikken over een aantal basisvaardigheden in omgang met de computer (printen/omgaan met Internet/pagina kunnen openen en sluiten).
In de kerndoelen van geschiedenis (kerndoel ‘tijd' binnen Oriëntatie op Jezelf en de wereld) wordt het Oude Egypte niet als apart tijdvak of als onderdeel van de tien tijdvakken gesteld. Aangezien de kerndoelen een richtlijn zijn voor het onderwijs, zijn er naar onze mening aanvullingen mogelijk. Toch worden er in de kerndoelen ook algemene doelen beschreven, zoals het leren gebruiken van eenvoudige historische bronnen. Bij archeologisch onderzoek staat het werken met historische bronnen centraal. De webkwestie sluit hier op aan, omdat de leerlingen zelf ook aan de slag gaan met bronnen die betrekking hebben op historische onderwerpen.
De leerlingen leren onderzoek doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht , magnetisme en temperatuur;
De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik;
De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
In deze webkwestie staat bij de techniekopdrachten het omzetten van kracht centraal.
Bovendien gaan de leerlingen verschillende materialen onderzoeken. Ze onderzoeken stenen, waarbij een relatie moet worden gelegd tussen materiaal en materiaalgebruik. Bovendien onderzoeken de leerlingen enkele technische principes. Bij de proefjes wordt een technisch probleem centraal gesteld, namelijk ‘hoe kun je heel zware voorwerpen vooruit en omhoog krijgen zonder moderne machines?' De leerlingen worden stapsgewijs richting een oplossing gebracht. Er is echter ook ruimte voor een eerste exploratie en voor eigen ontwerpen. De ontwerpen worden uitgevoerd en geëvalueerd (‘krijg je het nu wel omhoog?').
Sommige leerlingen hebben veel structuur nodig, anderen weinig. In de opdrachten is hierop ingespeeld. In de technische opdrachten wordt ruimte gegeven voor eigen ideeën voor een oplossing van een technisch probleem. Als deze ideeën er niet zijn, worden de leerlingen stapsgewijs tot een conclusie geleid.
Bij de eindopdracht zijn twee versies gegeven voor het bouwen van een piramide. De eerste is een structurele aanpak, waarin leerlingen letterlijk de stappen kunnen volgen om tot een eindproduct te komen. Bij de tweede aanpak is meer vrijheid gegeven. De leerlingen mogen hier zelf bepalen hoe en waarmee ze een piramide gaan bouwen.
Bij het werken in deze webkwestie is samenwerken een belangrijk aspect. De leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor het werk. Binnen het groepje krijgt elke leerling echter ook een eigen taak om de verantwoordelijkheid te stimuleren. De te verdelen taken zijn de tijdbewaker en de materiaalchef . Bij elke opdracht staat een tijdindicatie beschreven, zodat de leerlingen zicht hebben op de voortgang van het werkproces. De tijdbewaker houdt de tijd in de gaten en mag aangeven wanneer het tweetal door moet naar de volgende taak. Als alle taken gedaan zijn en er tijd over is, kunnen de leerlingen terug naar de taken die nog niet af zijn. De materiaalchef verzorgt de spullen die nodig zijn voor de opdracht. Hij /zij haalt ze op en brengt ze weer netjes terug. Op deze manier wordt voorkomen dat alle leerlingen aan het lopen zijn. Bovendien wordt zo het verantwoordelijkheidsgevoel voor het materiaal gestimuleerd.
In principe moeten de leerlingen zelf de taken verdelen. Als het verdelen echter tot problemen leidt, kunt u de leerlingen hierbij helpen.
De leerlingen werken zelfstandig aan de webkwestie. U kunt rondlopen en de leerlingen begeleiden en stimuleren. De leerlingen dienen echter alles goed te lezen, zodat duidelijk is wat ze moeten doen.
Het is aan te bevelen dat :
u de webkwestie eerst zelf maakt;
u zelf de tweetallen samenstelt, u kunt heterogene of homogene groepjes maken;
voordat de leerlingen aan de slag gaan, de computers alvast worden opgestart;
Het logboek (eventueel) van te voren word t geprint en gekopieerd.
Tevens is aan te bevelen een korte uitleg te geven over het werken met de webkwestie, voordat de leerlingen gaan beginnen. De nadruk kan in deze uitleg gelegd worden op de volgende aspecten.
Kort en bondig uitleggen hoe een webkwestie in elkaar zit en wat de bedoeling ervan is;
Duidelijk maken dat de leerlingen de tekst en de uitleg van de webkwestie heel goed moeten lezen;
Dat ze de bronnen niet helemaal letterlijk hoeven te lezen, maar ‘scannend'. Ze moeten eigenlijk nagaan welke informatie ze echt nodig hebben voor de opdracht;
De taakverdeling. Duidelijk maken dat er twee taken zijn die verdeeld moeten worden en kort toelichten wat de inhoud van deze taken is. U kunt ook duidelijk maken dat de leerlingen andere (zelfbedachte) taken, zoals schrijver, zelf mogen bepalen en verdelen;
Benadrukken dat de leerlingen zelfstandig gaan werken en vooral met zijn tweeën moeten overleggen. Pas als ze er écht niet uitkomen, mogen ze andere groepjes vragen of uw hulp inschakelen.
Als de leerlingen aan het werk gaan, is het handig dat ze meteen een pen of potlood (en gum) meenemen. Voor enkele opdrachten zijn de volgende extra materialen nodig:
Opdracht 3
Een loep;
3 verschillende natuursteensoorten, bijvoorbeeld marmer, travertin en graniet. Voor de opdracht is het van belang dat er in ieder geval graniet bij zit, aangezien dit de hardste steensoort is (waarvan piramides gebouwd werden). De andere materialen dienen zachter te zijn. Bij verschillende natuursteenbedrijven is restmateriaal van deze natuurstenen te verkrijgen.
Bij het uittesten van deze webkwestie is gebruik gemaakt van natuurstenen die verkregen zijn bij Lamers Natuursteen Industrie Almelo B.V.
Opdracht 4
Een touwtje;
Plakband;
Potloden of stiften.
Een stevige en lange liniaal (minstens 30 cm);
Een blokje of een gum;
Een (grote) aardappel.
Opdracht 5
Rietjes of potloden;
Plakband;
Verschillende materialen, zoals pakjes melk, wc-rollen, keukenrollen, rietjes en doosjes;
Karton of stevig papier;
Een schaar;
Lijm;
Kladpapier;
Een stevig (gekleurd) papier voor de poster.
Als de hele klas tegelijkertijd aan het werk gaat, is het aan te bevelen alle materialen op één grote tafel of een aantal kleine tafels te rangschikken.
Er is gebruik gemaakt van de sites die te vinden zijn onder het kopje infobronnen. Verder hebben we afbeeldingen gezocht met behulp van diverse zoekmachines. Als u met de muis over het plaatje gaat, verschijnt het adres waarop ze te vinden zijn. Ook is bij het ontwikkelen van de webkwestie onder andere gebruik gemaakt van de volgende boeken:
Posner, J.P. & Rudnitsky, A.N.(2001). Course design, a guide to curriculum development for teachers. New York: Longman
Smith, P.L. & Ragan, T.J. (2005). Instructional design (3rd ed.). Hoboken, NJ: John Wiley & Sons, Inc.
Baarda, D.B., & De Goede, M.P.M. (2001). Basisboek Methoden en Technieken: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek (3e editie). Groningen: Wolters-Noordhoff.
Bouwmeester, T., Doornekamp, G., & Kleingeld, R. (2001). Techniek en didactiek: ontwerpen en maken. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Ebbens, S., Ettekoven, S., Van Rooijen, J. (1997). Samenwerkend leren, praktijkboek. Groningen: Wolters- Noordhoff.
Graag willen we hierbij Ard Lazonder (Universiteit Twente (UT)), Nienke Nieveen (UT) en Michelle Nijhof (Leerkracht basisschool 'Titus Brandsma', Hengelo) bedanken voor de hulp en realisatie van deze webkwestie.
Wilt u als leerkracht / docent op de hoogte blijven van nieuwe of geüpdatet webkwesties / webquests?
Schrijf u dan in de nieuwsbrief webkwestie / webquest (klik hier)